Een moderne Robin Hood als Sinterklaas. De Sinterklaastijd brengt prachtige herinneringen naar boven..
Dhr. L. proestend van het lachen: “Ik ben zelf Sinterklaas geweest. In Suriname. Het was gezellig! Een juten zak. Met spullen er in.”
Had hij als Sint ook Pieten bij zich?
Dhr. L nog steeds proestend van het lachen: “Nee, gewoon, vreemde mensen. Met een bende, zes, zeven man. Een hele bende. (proestend) Een hele bende, we gingen jatten, om te delen. Volgende straat, je ging delen. De politie waren mee. Op de fiets, heel snel. (krijgt bijna de slappe lach) Als we samenkomen, dan praten we daar over. Met houtskool. Van te voren houtskoolpoeder. Dat is gezellig geweest. Het was leuk. Ik weet niet wat de kinderen nu doen, maar het was leuk, echt leuk. Snoep jatten, op straat, om aan de kinderen uit te delen. Camerade (??) , om aan de kinderen uit te delen.
Bakkerij Simons, dan gingen we op Sinterklaasdag bollen halen. Gingen we uitdelen: klas 1, klas 2, klas 3. Op Sinterklaasdag, op de Sint Leonardusschool. Gingen we bollen halen, zakken van twintig, dertig vijftig bollen halen en uitdelen. Bakkerij Simons, een grote bakkerij. Dat was leuk, echt leuk. Dat was een hele goeie jeugd.”
Vierde u thuis Sinterklaas?
“Jawel. Alleen jongens, zeven jongens. Mooie broeken, mooie truien. Bij Bata (proest het uit) – Bata, Bata, je hebt Bata bij de school. Eén Bata voor school, één Bata voor spelen, één Bata voor de kerk, die was wit. Een bruine voor school.
Het was gezellig – het is echt gezellig geweest.
Je hebt appels, sterappels, gewone appels, manjes, zapatilles, al zijn ze hard, je proeft ze toch. Het was echt gezellig. Vruchten zat. Mopé, je mag ze meenemen, je maakt ze mooi schoon, een kilo suiker: gestoofde mopé. Eten was zat.”
Eén hectare, vruchtbomen, overheidsgrond, je mocht plukken wat je wil. Twee vijftig per maand, pakken wat je wil. Alle soorten. Het was gezellig.”