Deze week is het Pride Amsterdam en daarom hadden we het woensdagmiddag bij de ontmoetingsgroep over jezelf kunnen zijn. We lazen samen het gedicht ‘Je bent zo mooi anders dan ik, natuurlijk niet meer of minder, maar zo mooi anders, ik zou je nooit anders dan anders willen’ van Hans Andreus. De bewoners vonden het een mooi gedicht en vinden ook dat ze hier zichzelf kunnen zijn.
Mevrouw T.: “Je moet niet denken dat je geweldig bent. Zoals je je voelt, zo moet je met elkaar omgaan, onderdrukking mag niet.”
Mevrouw L.: “Je moet elkaar leren begrijpen en een hand toereiken. Je moet de ander geen kwaad doen en prettig met elkaar omgaan. Maar als iemand een fout maakt, mag je hem wel corrigeren…!”
We zingen samen vele Surinaamse liederen en tussendoor vragen we de bewoners in de spiegel te kijken en te vertellen wat ze zagen.
Meneer G.: Begint erg lachen als hij naar zijn spiegelbeeld kijkt.
Meneer L.: “Ik zie een jonge man.”
Meneer S.: “Ik zie een baard, een oude man, niet een wijze man, een magere, slanke man.”
We vragen hem of hij zich oud of jong voelt.
Mijnheer S.: “Ik voel me goed, niet oud of jong, het lichaam is veranderd, maar van binnen blijf ik altijd hetzelfde. Ik vind, je wordt automatisch ouder, je weet nooit, wanneer het goed komt, wanneer het slecht komt, gewoon rustig blijven, rustig afwachten totdat de heer zegt: ogen dicht, dan ga je niets meer doen.”
We vragen hem of hij daar tegenop ziet.
Mijnheer S.: “Nee hoor, je moet een beetje lachen tegen jezelf.”
Ook mevrouw Z. kijkt met veel plezier in de spiegel: “Ik zie niets, ik zie mezelf, als ik iets anders zie, dan zoek ik het.”
Mevrouw T.: “Ik schaam me wel een beetje, ik zie een jonge vrouw, geen oude vrouw, ik ga me niet aanstellen, ik ben wel veel veranderd met vroeger, je moet er goed uitzien.”
Mevrouw L.: “Ik zie een donkere vrouw, ik ben al over de 70, ik voel me lekker, ik ben wel lelijk geworden, qua manieren ben ik veel veranderd, ik was veel te brutaal. Maar het is belangrijk om er goed uit te zien, dat hoort bij een vrouw, dat is de aantrekkingskracht.”
Mijnheer S.: “We zijn een beetje vooruitgekomen, we zingen nu mooier…!”