Seksualiteit is vaker een gespreksonderwerp tijdens de ontmoetingsgroepen, dus ook tijdens Pride month. Elke keer zijn we weer ontroerd door de intieme gesprekken die we hebben met de bewoners en mogen delen.
We zingen het lied Peter, Irene vraagt zich af of dat een lied is dat over homoseksualiteit gaat omdat Peter de meisjes niet ziet staan. Vallen de bewoners op mannen/vrouwen/of misschien op niemand?
Dhr. Z.: “Ik had van een mw. Een stapels libelle’s en dat soort bladen gekregen, die gingen over homoseksualiteit. Vond ik niet zo interessant. Vond ik vervelend, sprak me niet aan. Ik had geen vrienden die dat waren.”
Mw. H. glimlacht: “Ik had ze wel, die durfde ervoor uit te komen. Ze kwamen met hun vriendin.”
De andere bewoners knikken haar vriendelijk toe, dat vinden we bijzonder, want mw. H. is al op leeftijd. Irene vraagt of ze haar een intieme vraag mag stellen. Mw. H. knikt. Viel mw. H. ook op vrouwen?
Mw. H.: “Ik val op vrouwen, hoe ik dat wist? (ze is even stil) Het was gewoon zo. Ik heb samengewoond met een vrouw, ik vond alles leuk aan haar. Ik heb haar ontmoet in de kroeg, in Amsterdam.”
Dat klinkt romantisch! Hebben ze elkaar al snel een eerste kus gegeven, of wachtte ze daar nog even mee?
Mw. H. grinnikt: “Nee, de eerste kus ging vrij vlot. We woonden eerst een tijd apart, later zijn we gaan samenwonen.”
Heeft u het uw ouders verteld?
Mw. H.: “Mijn moeder was in een inrichting, daar is ze ook gestorven, daar was ze al vanaf dat ik jong was. Er is me nooit verteld waarom ze daar bleef en ik heb haar nooit bezocht. Mijn vader zorgde voor mij en hij had een vriendin die voor me zorgde, een huishoudster. Mijn vader reageerde heel lief. ”
Mw. S. knikt haar vriendelijk toe: “Dat is bijzonder! Had u dat verwacht?”
Mw. H. glimlacht: “Ja, hij was altijd heel lief!”
Wat fijn! Dat hoor je niet altijd. Was mw. Ook actief voor het COC misschien?
Mw. H.: “Ja, ik heb bij het COC gewerkt, ik stond achter de bar, vond ik wel zo lekker. Ik kon iedereen bedienen.”
Niet iedereen durft voor zijn geaardheid uit te komen, maakte mw. H dat ook mee als barvrouw?
Mw. H.: “Ik kreeg daar ook getrouwde vrouwen, dan bracht ik het ter sprake, ik had er een soort antenne voor.”
Heeft u daar ook misschien vriendinnen ontmoet?
Mw. H. lacht: “Zeker! Verschillende, soms voor één dag liefde en sommigen voor veel langer.
Mw. S komt uit Suriname, kent zij mensen die homoseksueel zijn of valt ze misschien zelf op vrouwen?
Mw. S. schudt glimlachend haar hoofd: “Nee, ik ken ze niet en ik ben het niet.”
Dhr. M. komt ook uit Suriname: “Ik ken ze wel, waren vrienden van me. Ik werkte bij de PTT, het grote postkantoor bij het Oosterdok. Ja, gewoon homo’s, maar dat maakt niets uit: zijn hun zaken, mogen doen wat ze willen zolang ze niet verliefd worden op mij.” (en lacht uitbundig)
Mw. L.: “Waar ik op val? Dat gaat je niets aan, (lacht hartelijk) maar ik had vrienden die het waren, heel normaal hoor, was geen zonde.”
We sluiten af met het lievelingslied van mw. L. Liefde van Later, een lied dat geldt voor alle liefdes die blijven.