Pride maand 3. Mw. J. heeft op haar kamer, onder andere, een prachtige foto van M. Vasalis hangen. Lezen de bewoners gedichten?
Mw. S. komt uit Suriname, kent u misschien een Surinaamse dichter?
Mw. S.: “De meest geliefde dichter? Heb ik vast wel, maar weet ik niet meer.”
De dochter van mw. M. weet er wel één: R. Dobru. Met het gedicht: ‘Wan Bon’. We zoeken het gedicht op en mw. S. is zo vriendelijk om het te declameren en tegelijkertijd te vertalen. Het is een prachtig gedicht.
Dhr. K.: “Dat er eb en vloed in de rivier was, dat vond ik… eh… opvallend.”
Mw. L. knikt haar hartelijk toe: “Ik bedoel maar.”
Eline leest nog een paar andere gedichten voor van Bloem en Vasalis en Bomans, waar de bewoners van genieten en die ze herkennen.
Mw. L. heeft een fleurige ketting meegenomen die ze in Ibiza heeft gekocht toen ze daar woonde. Hoe lang woonde ze daar en waarom is ze daar naartoe verhuisd?
Mw. L: “Ibiza, daar heb ik een jaar of twee, drie gewoond. Is heel divers, hip. Was leuk daar. The place to be. Ben een beetje gek op het land. Het is er heel vrij. Ik was een hippie. Alles kon daar, alles open voor alles.
Irene vraagt hoe af hoe dat kan, niet in elk land wordt homoseksualiteit geaccepteerd.
Mw. L. lacht: “De regering liet het toe. De mensen hebben zich er vrijgevochten. Mensen werden er naartoe getrokken als je zo was. Ging je naar toe als je een beetje wazzie was.”
Dhr. K. knikt: “Ik ben er ook geweest. Op vakantie, ik ben het eens met mw. L.”
Eline vraagt waarom mw. J. een foto van M. Vasalis op haar kamer heeft hangen.
Mw. J. grinnikt: “Een mooie vrouw was. Gewoon omdat ze mooi was.”
Als dichter heb je de mogelijkheid om dingen onder woorden te brengen die wij misschien niet zo snel zouden beschrijven.
Mw. L. knikt instemmend: “Als je dichter bent, heb je veel meer mogelijkheden. Niet iedereen wordt dichter. Dan ben je een beetje wauss dus wordt het meer geaccepteerd dan wanneer je gastarbeider bent.”
Eline leest een gedicht van G. Reve voor waarin hij zich in een gedicht suggereert dat God homoseksueel was.
Mw. L. knikt: “Werd gemakkelijker geaccepteerd. Hoe weet hij of God homoseksueel is?”
Irene leest een gedicht over liefde van Toon Hermans voor.
Mw. L., is verrast dat dit door Toon Hermans is geschreven: ‘Krijg nou wat.”
Dhr. K. Komt daardoor op een tekst uit een ander gedicht: “‘Kijk uit, als je daarmee omgaat, want het gaat ten koste van je oren’. Het is een van de gedichten die ik hiermee naar toe heb genomen. In Artis heb je dichters die schrijven op gebouwen. Geen gedichten die ik onthoud heb trouwens. Het gedicht dat je net voorlas vond ik mooi! Over de Dapperstraat en ik vind het heel interessant wat er uit Suriname komt.”