Het is lente. De bloemen schieten uit de knop en de potten worden weer gevuld. We genieten met zijn allen van het frisse lentegroen. Houden de bewoners van bloemen?
Mw. G. knikt en lacht: “Elk jaar kreeg ik, als het voorjaar werd, tulpen in alle kleuren en lengtes van mijn man.”
Dhr. H. schudt zijn hoofd: “Ik had de pest aan tulpen. Ze gingen altijd hangen. Ik hou van rozen en fresia’s, die blijven wel goed rechtstaan.”
Mw. H. knikt instemmend: “Tulpen hangen gauw. Ik koop nooit meer tulpen meer.”
Mw. S. straalt: “Rozen, het mooiste van alles. Alle kleuren zijn mooi. Rood, geel, roze of wit.”
Mw. G. is met haar gedachten nog bij haar tulpen: “Tulpen zijn ook aardig en mooi hoor.
Dhr. V. lacht: “Krijg ik een bloempje? Oh, wat een stevige hand heb jij! Ik ook. Van al het rennen en zo en dinges weet je wel.”
Mw. K. knikt hem toe en zegt bedachtzaam: “Een bloem is altijd mooi. Daar heb ik een speciale vaas voor. Dan zet ik hem in de hals op de hoek, op tafel, dat is uit eerbied.”
Dhr. H. glimlacht: “Ik bracht drie kleuren vlijtige liesjes mee. Roze, wit en rood.”