Een prachtig voorbeeld hoe een lied een herinnering naar boven brengt.
“Kerstavond zingen is een mooi moment van Verbondenheid. Dona nobis heb ik vanaf twaalf jaar gezongen en wordt gezongen vlak voor de communie. Dan is er een stilte moment en dan wordt hij daar gezongen. Het klinkt nog in mijn hoofd, het lied. Op allerlei scholen waar dit lied is en klinkt. Vanaf die periode wordt het meestal al gezongen. Het is een intern gebeuren en geen gebeuren waar iedereen vanuit alle groepen komt en het dan leert. Dus ja, we kregen specifiek muziekles. Vrijdagmiddag van twee tot drie werden er de zondagsliederen ingeoefend. Het Gregoriaans werd door een kerkmusicus gedaan die dat goed kon. Dat was de directeur, want die had kerkmuziek gestudeerd en was erop gepromoveerd.
Het was echt ingesteld op de praktijk. Want de volgende dag was er de dienst en zong je de Gregoriaanse liederen.
In de tijd van Oosterhuis werden andere liederen geoefend. Nou ja, dat zeg ik nu, maar dat was niet zo modern toen.
Ja, het is een mooi inkijkje hoe het eraan toeging in het internaat. Ja, want dat was het. Zijn twee lagen twee opleidingen: één vanaf 12 jaar tot het eindexamen, één na het eindexamen en met een filosofische én theologische studie.”