Ga naar de inhoud

Juweeltje over verliefd zijn

Juweeltje rood

De indrukwekkendste gesprekken beginnen vaak bij een losse opmerking in een veilige omgeving waarin iedereen zich kwetsbaar durft op te stellen en uit te spreken. Vandaag een Juweeltje over verliefdheid en alle ingewikkeldheden die daarbij tevoorschijn kunnen komen…

Tijdens de muziektherapie zingen we een lied waarin het gaat over verliefdheid die niet mag worden getoond. Hebben de bewoners wel eens een verboden liefde gehad?

Dhr. D. schudt stellig zijn hoofd: “Ik ben nog nooit verliefd geweest.”

Daar zijn we even stil van, nog nooit verliefd. We wisten niet dat dat kon.

Dhr. D. knikt: “Ik ben wel getrouwd, ze was heel verliefd op mij. Ze was goed voor me, maar ik hield niet van haar. Ik heb twee meisjes en twee jongens. Ik weet niet wat verliefdheid is.”

Mw. S. knikt hem begrijpend toe: “Ik werd zwanger. Hij verliefd op mij en ik was verliefd op mijn vriend. Als er een krala sneki (slang) in de tuin was, was er iemand zwanger. Mijn moeder zag de slang en zei: ‘He, een van mijn dochters is zwanger! Wie? Zeg het me!’ Ik durfde het niet te zeggen omdat ik dacht dat mijn moeder het al wist. Ze wist het wel maar ik dacht ze zegt maar wat en ze zei: He, je moet naar de dokter. Ik was toen wel verliefd op hem en hij op mij. Ik ben niet met hem getrouwd omdat ik hem zat was. Hij was bezitterig. Mijn tweede man was ook heel bezitterig en ging me stalken en toen ging ik met mijn moeder naar Nederland. Er waren ook homo’s en lesbiennes in Suriname hoor! Maar die werden gepest. Jenny een Javaanse dame maar was eigenlijk een Javaanse heer. Ze zag er prachtig uit!”

Dhr. V. lacht: “Ik was verliefd en mijn ouders wisten alles. Ik was enig kind en verwend. Ik mocht alles. (Lacht hartelijk)

Mw. S. glimlacht hem toe: “Ja de jongens mogen alles, de meiden niet hoor. De meiden worden beschermd. Je gedrag is anders als je zwanger bent. Heb je kinderen?”

Dhr. V. knikt haar toe: “Ja, ik heb kinderen.”

Mw. S. belangstellend: “Hoeveel?”

Dhr. V. proest: “Oh, moeilijk te zeggen. Nee, ik ben niet getrouwd. Ik had het te druk met de vrouwen. Drie of vier vrouwen, ze zeiden het door tegen elkaar. Ze gingen ruzie maken met elkaar” (lacht hartelijk).

Dhr. H. zacht: “Ik ben ooit verliefd geweest. Ik zou trouwen maar ze is gestorven. Ze was 22 jaar, ze had een ziekte. Daarna ben ik nooit meer verliefd geweest. Anderen zijn verliefd geweest op mij. Ik ben nooit meer zo verliefd geweest. Ik heb zes kinderen. De vrouwen wilden ook zelf kinderen hebben. Ik heb vier dochters.”

Mw. S. knikt hem toe: “Ik heb mijn kinderen geleerd: ‘Een man moet nooit aan je lichaam komen’. De mijne heeft vijf jaar gezeten omdat hij me heeft geslagen. Vroeger vanuit Suriname als je hier in Nederland wilde komen dan trouwde je met de witte handschoen en dan mocht je pas komen. Er ging heel wat papierwerk aan vooraf. Dat kan tegenwoordig niet meer.”

Mw. T. knikt dhr. D. toe: “Ik was zwanger van mijn vriend, hij was verliefd op mij, maar ik niet op hem. Tja, zo ging dat.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *