16 juni was het vaderdag. Hoe waren de vaders van de bewoners?
Mw. W. met een glimlach: “Mijn vader was streng, maar rechtvaardig. Hij bedoelde het altijd wel goed.”
Mw. K. schudt haar hoofd: “Ik heb mijn vader niet gekend. Mijn moeder heeft me alles laten zien. Ik had geen vader nodig.”
Mw. W. knikt haar toe: “Ook als er wel een vader was, dan deed toch de moeder al ’t werk. Tegenwoordig is dat wel een beetje veranderd. De vrouwen hebben ook inspraak en ze zeggen tegen de vaders: ‘Wees niet te hard voor het kind, neem ’t kind even apart en praat met het kind’.”
Mw. S. bedachtzaam: “Mijn vader was streng en lief.”
Dhr. H. glimlacht: “Ik had lieve ouders, ze waren altijd aan het werk.”
Mw. P. straalt: “Ik heb ook een vader gehad.”
Dhr. D. schudt zijn hoofd: “Ik heb mijn vader niet lang gekend.”
Hoe is dhr. D. als vader?
Dhr. D. met een grote glimlach: “Ik ben een hele lieve vader.”
We kunnen even genieten van zijn familie die op bezoek is met zijn schattige kleinzoon.
Dhr. D. stralend: “Opa zijn is heerlijk.”
Mw. S. knikt hem instemmend toe: “Oma zijn is ook heel leuk.”
Mw. W. knikt en lacht: “Moeders zijn soms erger dan vaders als het over streng zijn gaat.”
Mw. K. gedecideerd: “Mijn moeder niet hoor, ze was zo lief. Ik ben dankbaar voor alles, ze heeft het goed gedaan.”
Mw. W. met een zachte glimlach: “Mijn vader zei altijd: ‘Jullie hebben geen vriendjes en vriendinnetjes nodig, je kunt altijd met elkaar spelen.’ We hadden er ook de ruimte voor, met een groot erf. Mijn vader hield ons bezig en hij heeft ook meegeholpen met het bouwen van het huis met genoeg kamers voor iedereen.”