Ga naar de inhoud

Juweeltje over Surinaamse liederen

Juweeltje groen

Muziek roept herinneringen op. Soms helpt een liedboek daarbij. Vandaag een Juweeltje over Surinaamse liederen. 

Mw. G. bladert het Surinaamse liedboek door… 

Mw. G. blij: ‘Nani! Wij en de wereld, dat was een boek. Nani sprak Engels toch? Had je iets gezegd wat niet goed was en kwam ze met je stok achter je aan. Dat was op de lagere school.” 

Mw. G. ziet het lied Gowtu staan. Met veel plezier wordt het lied verschillende malen gezongen. 

Mw. G. bedachtzaam: “Gowtu. Dat waren de gouddelvers die in het oerwoud goud gingen zoeken en terug kwamen naar huis kwamen. Deze heb ik ook school geleerd. En we zongen heel vaak mee. 

Mw. G. bladert verder in het liedboek en wijst verschillende liederen aan. Opeens lacht ze: “Oh, dit lied ken ik ook! Spokedans” 

We zingen het lied verschillende malen en Irene vraagt wat de vertaling is en wanneer het gezongen werd. 

Mw. G. en dhr. V. proesten het uit. 

Dhr. V. kijkt naar de tekst en vertaald het: Spokedans. Je gaat en je komt. Spokedans. Twee en een halve cent. Spokedans. 

Mw. G. knikt instemmend: “Ik heb het meegekregen van mijn oma.” 

Dhr. V. knikt haar vrolijk toe: “Vanaf een halve cent tot 100 gulden.” 

Mw. G. schudt haar hoofd en lacht: “Honderd gulden? Zoveel hadden we nooit hoor.” 

Dhr. V. lacht: “Wanneer je laat op straat was zong je het.” 

Mw. G. knikt: “Een geest. Ze maakten je bang en wilden ze dat je op tijd thuis bent.” 

Dhr. V. lachend: “Dan vroeg ik aan mijn vader: ‘Hoe kun je zien of het een spook is?’ Dan zei mijn vader: ‘Je moet kijken of hun voeten zweven.’”  

Mw. G. vult lachend aan: “En ze liepen achterstevoren. Het was de tijd van…de verhalen van asema’s, bloedzuigers.” 

Dhr. V. knikt: “Ik keek naar alle voeten, maar gelukkig zweefden ze niet!” (en proest het uit.) 

Mw. G. nadenkend: “Er was nog iets. De asema’s, daar maakten de ouderen je bang mee!” 

Dhr. V. knikt haar toe: “Geesten bestaan wel, maar je ziet ze niet.” 

Mw. G. lacht: “Oh, ze maakten je zo bang zodat je op tijd thuis zou zijn. Het was om je lief te houden.” 

Dhr. V. lachend: “Als je met je zusje bent, ren je snel naar huis. Zes uur thuis.” 

Mw. G. instemmend: “Oh ja, om zes uur moest je thuis zijn.” 

Mw. G. kijkt weer in het liedboek en ziet een ander lied dat herinneringen oproept: “Mi boto de na mirjam.” 

Ook dit lied zingen we verschillende keren. 

Mw. G. bedachtzaam: “Dahome was de plek. Maar je zingt het snel en daarom zing je het anders en klinkt het anders. Mijn oma rookte sigaren en pruimde het tabak. ze zette ons in een kring en zong de oude liederen. Op het ROC zeiden ze: ‘Wat goed, dat moet je inzetten als je met ouderen werkt, want muziek helpt om herinneringen op te halen. Met 105 jaar is ze overleden. Ja, ze was sterk!” 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *