Meteen naar de inhoud

Juweeltje over storm en regen

Juweeltje paars

De afgelopen dagen en nachten heeft het keihard geregend en flink gestormd. Maar hoe hard de storm ook tekeer gaat, dat houdt bewoners die van roken houden, niet tegen. En al dat stormachtige weer roept herinneringen op aan in de plassen stampen, heerlijk uitwaaien of liever veilig binnen blijven………

Mevrouw S.: “Het ziet er bar en boos uit.”

Mw. W., met pretlichtjes in haar ogen: “Ik heb al buiten gezeten.”

Dhr. Z., plagend: “Dat heeft te maken met haar sigaretten.”

Meneer L. vertelt dat hij ook rookt.

Mw. W. lachend: “Hij is weer terug gewaaid.

Mevrouw S.: “Als er iemand zal zijn die van dat weer houdt, dan gun ik diegene de pret. (Glimlachend) Neeeee: het is een beetje té…..aan mij niet besteed.”

Mw. W.: “Ik wel hoor. Ik heb er geen last van. Gewoon. Weer is weer. Niet over nagedacht, ik móet roken.”

=  Kan en kon het in Suriname ook zo stormen? =

Mevrouw S.: “Niet zo heftig. Maar het regende regelmatig.”

=  En dan lekker in de plassen stampen? =

Mevrouw O.: glimlacht.

Mevrouw S., lachend: “Ik weet niet of ik het ooit gedaan heb.”

Meneer L.: “ Hoe het was? (bedoeld: als het regent) Gezellig. Buiten spelen toch?”

=  de verzorgers en de dochter van mw. M. die erbij zijn vertellen lachend hoe heerlijk dat was: op blote voeten buiten in de regen =

Meneer L.: “Het was gezellig. Perfect. Omdat iedereen er was. Iedereen deed wat. Iedereen koopt voor iedereen. Mijn vader was Chinees. Hij had een bakkerij. Was zondag. Ik was dertien jaar. Een kaartenspel. Ze speelden voor hun eigen toekomst. Als je verliest, heb je niets meer. Zijn mijn ouders gescheiden. Mijn vader had niets meer. Anton de Kom is een grote familie. Ze waren rijke mensen. Ze hadden tien huizen. Eén gulden van Suriname is twee gulden van hier. Nu zijn de rollen omgekeerd.”

= We zingen ‘Wat heb je voor me meegebracht’ =

Meneer L. zingt het mee: “….een doos met gouden kakkerlakken. Met mijn dertiende jaar begon ik te roken. En nu ben ik 88. Geen last van. (Glimlachend: ) Afkloppen!”

= En wanneer is Mw. W. met roken begonnen? =

Mw. W.: “Ik denk veertien, vijftien. Was heel gewoon vroeger.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *