Ga naar de inhoud

Juweeltje over oorlog en bevrijding

Juweeltje rood

Tachtig jaar bevrijding… De meeste bewoners hebben de jaren ’40 – ’45 als kind meegemaakt. Voor hen zijn de dagen van 4 en 5 mei altijd weer dagen van gedenken. Er komen veel herinneringen boven en daarmee verhalen over pijn, zwaarte, honger en verlies. Maar ook over moed, vindingrijkheid en solidariteit…

Mw. A. gedecideerd: “In de oorlog hadden we ook nog kinderen te eten. Drie: twee jongens en één meid. En tegen 8 uur zei mijn moeder: ‘Vader, breng die kinderen naar huis, want het is bijna verduistering.’”

Mw. G. peinzend: “In het benedenhuis was een man en vrouw. Ze zeiden toen: ‘juffen’. Die vroegen dan of we nog aardappelschillen hadden. Konden ze die wassen en hadden ze ook eten. En als we die niet hadden, dan vroegen ze eten. Mijn moeder bewaarde de restjes en die gaf ze dan aan hen. Hij was timmerman.”

Mw. A. herkennend: “Wij hadden een radio, die werd verstopt.”

Mw. G. knikkend: “Wij hadden er ook een, maar die moest zachtjes en niet te horen zijn. Hij werd in een deken verstopt zodat je hem niet kon zien. Deed mijn vader allemaal. Mijn moeder niet hoor.”

Dhr. F. nadenkend: “Fietsen. Wij hadden een benedenhuis met een lift erin. We gingen fietsen. En zag mijn vader ze (de Duitsers) aankomen en dan zei hij: ‘Hup, snel naar binnen en in het binnenhuis.’”

Dhr. V. knikkend: “In de oorlog moest er hout komen omdat er niets was. Gingen ze langzaam het hout uit de scholen halen. Zeiden ze: ‘Juuuuut, de smeris komt.’ Die kwam er dan aan. Moesten we wegwezen. Na de oorlog was er bijna geen school meer omdat alle hout weg was.”

Mw. D. volgt met aandacht het gesprek en vertelt met zachtheid en liefde: “Mijn moeder was Duitse. Dat was moeilijk, hoor. Ze werd uitgescholden, als mof. Mijn moeder was een heel lief mens. Je weet het, hè …… verliefdheid….”

Mw. K. verdrietig: “Mijn moeder is jong gestorven. En het was ook oorlog, hè.

Ik heb er alleen niet zulke fijne herinneringen aan en dan wil ik ze niet delen.

Het is gebeurd. Je weet ondertussen dat er wat was. Maar je kan het niet meer thuis brengen.”

Mw. S. stralend: “Ik ben geboren vijf dagen voor de bevrijding. Liep mijn moeder met de kinderwagen op straat. Liep ze buiten, zei ze: ‘Die is van míj.’”

Dhr. V. lachend: “Lekker feesten! In Weesperkarspel.”

Dhr. F. knikt: “Bevrijdingsdag vieren met de hele poet. Gezongen wel, maar niet dansen en lekker eten is er altijd geweest.”

Mw. A. instemmend: “Ik kom uit Haarlem. Daar waren redelijk bevrijdingsfeesten. Ja, op school genoot ik ervan.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *