Meteen naar de inhoud

Juweeltje over liefde

Juweeltje rood

Dhr. H. is al vaker in de Juweeltjes genoemd, over de verliefdheid met zijn vriendin die zo wederzijds is.

(Dhr. H. ziet zijn vriendin in de gang voorbij lopen met haar zoon en knikt haar liefdevol toe)

“Ja, dat was mijn vriendin. Ja, ik vind dat heel mooi. Dat het begon met uitspreken van het vertrouwen. En ik heb dat nooit zo direct meegemaakt. Het was bijna altijd zo, je kent iemand en dan gaat het vrij rationeel eraan toe. Maar die slag, die lijkt… die lijkt een openbaring, dat het mogelijk was om te spreken over de diepere dimensies van het leven. Dat bracht mij bij een spirituele ondergrond. Dat wil ik hebben! Dat worden mijn uitgangspunten! Daar spreek ik nauwelijks over, maar in je hart laat het je bloeien en laat het je zijn. En daar was ik en …maar zij maakt het allemaal. Ze is er gewoon…

(Ik vertel hem hoe mooi hij dat verwoord en hoe me dat raakt. Dhr. glimlacht en knikt vervolgens bedachtzaam)

“Terwijl we ook knallende tegenstellingen hebben, waar ik dan grote moeite mee heb. Ze is mijn tegenover en soms mijn allerliefste en daar word ik heel warm van (Dhr. knikt nog eens bevestigend.). Daar word ik heel warm van. Kan ik wel volop van genieten, dat is het mooiste. Dat zou ik ook niet meer willen missen, dan is ze weer heel dichtbij in warmte en genegenheid.

            Nou weet ik ook wel dat je een tegenover nodig heb, maar dat is dan zo confronterend en tegenover dat ik er geen raad mee weet. Ik denk: ‘Nou, dat is een standpunt waaraan geschaafd moet worden’, maar op een bepaalde manier weet ze er een draai aan te geven, waardoor de voortgang niet geblokkeerd is en is het toch weer goed.

            Je loopt het pad wat zich aandient, dat hoop ik. Ik ga die weg, maar soms dan denk ik wel: ‘Hoe lang hou ik dit vol, de schoonheid van dit contact en de schoonheid van haar’. Dat vind ik mooi, maar ik word ook heen en weer gegooid. Het ontroerd me en ik ga het ook niet uit de weg, maar ik wandel er maar doorheen als het moet. En het moet altijd, denk ik. Ja, maar goed, dat weet ik ook weer niet zeker.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *