Eline leest een gedicht voor waar een boek in voor komt. Houden de bewoners van boeken lezen? Gingen ze wel eens naar de bibliotheek om boeken te lenen?
Mw. H. straalt en knikt: ‘Ik ging altijd naar de bibliotheek, is wel lang geleden hoor. Ik las van alles en nog wat, toen voornamelijk liefdesverhalen. Had je toen doorgekregen hoe dat was. Een liefdesverhaal met van alles en nog wat, het liefst waar er wat mee gebeurde (maakt het gebaar van schieten). Ach ja, dat was voor je wist hoe het leven in elkaar zat. We leven ook niet in een boekie.’
Mw. K. knikt haar toe en lacht instemmend: ‘Ja, ik ging graag naar de bieb. Jaa, want ik ben gek op lezen. (denkt even diep na) Wat was het dat ik graag las, romans!
Mw. S. glimlacht vertederd: ‘Mijn zus werkte in een winkel van boeken, was een jaar of 16. Zei ik: “Mijn boek is uit.” En nam ze weer een andere mee. De winkel was te ver weg voor mij om naartoe te gaan. Of ik vroeg of er weer een nieuwe was uitgekomen, ging die gelijk in mijn tassie.’
Mw. D. schudt haar hoofd: ‘Nee! Ik hou er niet van. Papa wel, die was lid van de bibliotheek. Jenny Colgon, hij hield van Duitse boeken, want hij werkte bij de Duitse spoorwegen. Mw. L. komt uit Duitsland, kent ze de boeken van Jenny Colgon? Mw. L. schudt haar hoofd.: ‘Ik hou van lezen en las veel, weet niet meer welke schrijvers. Duitse boeken.’
Mw. M. kijkt op en lacht: ‘Ik las tussen de huishouding door. Ome Tom! De negerhut van oom Tom, wel tien keer! Zat er helemaal in, gaat over slaven. Ook wel, ook wel omdat het gewoon een prachtig boek is. Het is ook een triest boek, er werd toen ook gediscrimineerd. Heb het lang niet gelezen. Was het een boek van de bieb? Mw. M. schudt gedecideerd haar hoofd: ‘Nee, ik had het niet van de bieb.’
Mw. B. luistert aandachtig: ‘Er word weinig gelezen, dat is jammer! Zoals de boeken van oom Tom. Het hoeft niet allemaal rozengeur en maneschijn te zijn. Kun je nog veel van leren. Is ook vreselijk wat daar gebeurd is. De jeugd zegt: “Wij hebben het lezen niet nodig.” Maar dat zijn boeken, die pakken je gelijk.’