Ga naar de inhoud

Juweeltje over kraken

Juweeltje paars

Tijdens de ontmoetingsgroep hebben we het over veranderingen en aanpassen. Zijn de bewoners vaak verhuisd tijdens hun leven en moesten ze zich dan erg aanpassen

Mw. H. lachend: “Aanpassen. Ja dat heb je altijd. Dat weet je nou eenmaal. Je moet er altijd aan wennen. Hoe je het ook kijkt en keert.”

Mw. V. knikt haar lachend toe: “Aanpassen? De omgeving paste zich aan mij aan.”

Mw. M. bedachtzaam: “Een grote wolk van mensen, ook vrouwen, jonge mensen, op de Weteringschans, grote gebouwen die ze inpikten.

Bij het Rijksmuseum vlakbij, over de brug, een groot gebouw, er was ook politie bij, ja en een heleboel jonge mensen, ik ook.

De gedachte erachter, dat er een grote woningnood was, dat veel jonge mensen geen huis konden vinden.

Ik had recht op een woning omdat ik lid was van een woningbouwvereniging, dat waren mijn ouders ook, dus ik heb de goede raad van mijn ouders opgevolgd en was lid van een woningbouwvereniging. Ging kraken. Ik heb het niet lang gedaan hoor, alleen als ik tijd had, want ik werkte ook nog, en ik studeerde.

Uit solidariteit, want ik had een flatje voor mezelf, maar de ideologie erachter

Ik zie het zo voor me, want ik was jong en vechtlustig! Het was een felle reactie.”

Dhr. M. instemmend: “Toen kon je nog woningen kraken. Belde je bij de buren aan en die zeiden dan: ‘Is best als je geen herrie maakt’. Was op het Transvaal plein. Daarna in de 3e Oosterparkstraat. Daarna verhuisd en kregen we een woning. Toen had ik gesolliciteerd en kreeg ik een baan waarvan we een woning konden huren.”
Mw. B. knikt: “Ik woonde in Amsterdam op een woonark. Gewoon schip dat werd gebruikt als woning. Weet niet of ik de enige was. Nooit aan gedacht om eraan te denken. Ouders van mijn schoonouders waren schippers maar zijn ouders niet.”
Mw. V. glimlachend: “Er werd in Nederland een jonge vrouw gevraagd die in de verpleging kwam werken. Mijn broer heeft me hier naar toe gehaald. Ik werkte daar (in Suriname) en was jong. Het was een goede keuze geweest. Mooi werk verplegen. Mensen helpen ging prima. Tot mijn pensioen.”

Hebben de bewoners ook wel eens gedemonstreerd om een woning te kunnen krijgen?
Mw. M. stralend
: “Ja, natuurlijk!”
We zetten het lied: Meneer de president op dat krachtig door de bewoners wordt mee gezongen.
Mw. M. ontroerd: “Ja, natuurlijk, heb ik gezongen, ken het nu niet meer helemaal…”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *