“Als grapje zei de zuster tegen me: ‘Je bent oud, je kunt geen vriend meer krijgen’ en toen zei ik (grote glimlach) ‘Jezus is mijn vriend’.
Knikt nogmaals met daadkracht: “We hebben hem allemaal nodig. Ik ben blij met Jezus, omdat hij het leven geeft.
Ik ben blij met het leven, met verdriet erbij. De dood en pijn horen bij het leven. In eeuwig lijden geloof ik niet. God is de God van liefde en ik geloof in de botten van het mens die blijven leven, die vergaan niet. Als je weer opstaat krijg je nieuw vlees en de pijn wordt weggenomen.
Het eeuwig leven moet wonderlijk zijn. Er wordt niet gesproken over dagen wel over eeuwige vreugde. Dat is niet saai. God heeft de mensen niet gemaakt om te lijden maar te leven. Lijden hoort erbij. Behalve na de dood, dan heb je eeuwige vreugde. Want zo lief heeft God de wereld, dat hij zijn eeuwige zoon gegeven heeft. De pijn geeft de mens zichzelf.
Mijn nichtje was vier dagen oud toen ze stierf, die kan alleen maar naar de hemel gaan. Dat kind is onschuldig.”