In de maand november herdenken we de bewoners die het afgelopen jaar zijn gestorven. Dat wordt gedaan met grote herdenkingen waar de naasten aanwezig kunnen zijn en met kleine op de verschillende afdelingen. Daar herdenken we de vele mensen die we zijn verloren, zoals bijvoorbeeld onze ouders, familieleden, kinderen of vrienden.
We zitten aan tafel en hebben een kaarsje aangestoken. We vragen aan de bewoners welk lied ze willen horen voor hun overledenen.
Mw. O. straalt: “Het wiegelied van Brahms. Was het absolute laatste wat werd gespeeld voor de overledene. Bij ons in de familie tenminste. Dat was bij ons in de familie ingekankerd. Het allerlaatste stuk als het een openbare begrafenis is. Van mijn ouders en schoonouders en moet je radicaal zelf weten. Wie het meemaakte zei dat ze het eerder hadden moeten weten, zo mooi vonden ze het zeiden ze. Het knijpert mijn keel dicht, zo mooi! Je kan het niet mee zingen, al wil je het. Je keel zit dicht. Dit werd als laatste meegegeven. Kan er geen woorden meegegeven. Het is nu voor namaak gelukkig, anders was ik nu iemand kwijt geweest. Gelukkig is er vandaag niemand die ik moet wegbrengen.
Het heeft alle dingen van de toestand. Maar met kinderen erbij, is het zingen erbij met dat hoge en dat rustige erbij.”
We luisteren aandachtig naar het lied en knikken instemmend, dat is zeker een prachtig lied.
Dhr. K. knikt bedachtzaam: “Ave Maria. Een rooms katholieke traditie. De Maria liedjes die daar werden gezongen én prachtig werden gezongen. Prachtig, heel mooi en van genoten, dat hoort erbij. Het Ave Maria, als het een vrouwelijke overledene was.”
We luisteren met ontroering naar het Ave Maria.
Mw. O. ontroert : “Ik ben nu bijna 100 jaar. Ik zeg heel eerlijk, ik ken het niet anders dan op die manier…Ja, ik ben oude meut. Het is sowieso mooi om te horen.”
Mw. Z. weemoedig: “Liebestraum…kippenvel!
We zetten Liebestraum op.
Mw. Z. met tranen in haar ogen: “Laat dat nou het lievelingslied van Joop zijn, mijn overleden man. Zing maar door hoor. Moet zo zijn. Zulke mooie muziek.”
Mw. H. glimlacht: “Ik heb nou een voorstel gekregen, voor als ik zelf weg ben. Salut d’amour. Je kent het niet, maar je hoort het en denkt: ‘Ja mooi!!
We luisteren naar Salut d’amour.
Mw. H. straalt: “Ja, fantastisch. Echt. C’est ci bon, wat mooi! ”
Mw. O. met tranen in haar ogen: “Our love is here to stay.”
We luisteren zwijgend naar het lied en knikken.
Mw. O. ontroerd: “Ja, deze werd op de begrafenis gespeeld van mijn zusje die veel te jong is overleden. Hoe is het mogelijk dat u dit allemaal weet en laat spelen.”
Mw. S. knikt haar troostend toe: “Ik ken het niet, maar vind het wel mooi. Het dwingt je ook tot luisteren.”
Mw. O. stralend en met een lach: “Dan weten jullie, als ik mijn ogen dicht doe, wat er gespeeld wordt op mijn begrafenis, wat geweldig leuk dat jullie dit nu allemaal konden horen!”