Herdenken van overleden bewoners op de afdeling zorgt voor het nadenken over de sterfelijkheid van jezelf en je geliefden.
Dhr. M. bedachtzaam: “Ik volg het spoor van de dood maar dat klinkt verschrikkelijk als je het zo zegt. Ik kan niet zeggen dat het me beangstigt. Dat heb ik wel gehad. Ik kan wat dat betreft wel zeggen dat het best wel goed gaat. Het doodgaan zelf, vandaag was ik daar helemaal mee bezig. Omdat we daar, hier in Oss een vijver, of een water hebben, waar je in de zomer gebruik van kunt maken, misschien in de winter ook wel…Op de manier van het dorpshoofd. Ik heb het gevoel dat bij het doodgaan, daar komen, er zaten nu drie mensen in de zaal. Amsterdam, het Rijksmuseum, dat hoef je alleen maar te noemen en dan weet je dat er cultuur in de lucht hangt. Amsterdam, ik voel me er wel thuis. Dat is onherroepelijk verbonden ook met het studentenleven…
Mw. T. peinzend: “Je kunt net zo goed bij het graf blijven staan omdat de volgende zo komt. Hoe ouder je wordt hoe sneller het gaat met mensen naar het graf brengen. Dat bedoel ik niet slecht hoor, maar hoort nu eenmaal bij het ouder worden. Iedereen om je heen valt weg.”
Mw. H. knikt haar toe: “Mijn broer is net overleden, die was jonger dan ik. Dat is vreemd en verdrietig. Daar denk ik aan bij het herdenken.”
Mw. V. nadenkend: “Niemand wil doodgaan. Je bidt voor God.”
Mw. L. peinzend: “Mijn schoonzuster lag in het ziekenhuis. Lang. Het was ziekenhuis en het was doodgaan.”
Mw. C. gedecideerd: “Daarom moet je lief blijven voor degene die overblijven. Dat valt niet altijd mee, maar tja het gaat snel genoeg en dan zijn ze er niet meer. Je moet doen wat je kunt om lief te zijn voor degene die overblijven.”