Geestelijk verzorger zijn, dat is een beroep waarvan je vaak moet uitleggen wat het inhoudt, maar niet bij deze bewoner. Er is grote behoefte aan het meelopen in het leven van bewoners en de tijd nemen om te luisteren zonder te oordelen. Samen bezig zijn met de trage vragen van het leven, vragen waar niet gelijk antwoord op zijn.
Eline stelt zich voor en vraagt of ze naast een nieuwe bewoner mag komen zitten.
Mw. J. knikt en glimlacht: “Geestelijk verzorger? Wat leuk, die hadden we nog niet gehoord vandaag. Wat fijn dat je er bent, want ik wilde net huilen.”
Eline slaat een arm om haar heen.
Mw. J.: “Van welke richting ben je?”
Eline verteld dat ze humanistisch geestelijk verzorger is.
Mw. J.: “Humanist? Die ken ik nog niet, maar dat vind ik leuk om te horen. Is echt zo! Is echt zo!!! Zou ik wel uit willen schreeuwen. Ik wil niet zeggen wat ik voor geloof ben, maar wel het in je oor fluisteren.”
Eline buigt zich voorover en mw. fluistert haar geloof in Eline’s oor.
Mw. J. richt zich weer op en straalt: “Geloof geeft kracht en moed. Sommige mensen hebben puinzooi en verdriet in hun leven.”