Op maandag 24 oktober vierden de hindoes Divali. Divali betekent voor Hindoes evenveel als kerstmis voor Christenen. Het wordt ook in andere religies gevierd en iedereen kan meedoen met het feest, wat voor geloof je ook hebt. Divali noem je ook wel ‘het feest van de lichtjes’. Diva-lampjes en andere dingen die licht geven kunnen een symbool zijn voor goedheid, hoop en wijsheid.
Samen steken we veel lichtjes aan op tafel en met Divali borden, verse bloemen en een Divali lantaarn vieren we samen een klein beetje Divali.
Mw. L. is hindoe en heeft de hele ochtend een grote glimlach op haar gezicht. We zitten aan de tafel met bewoners die katholiek zijn, protestant, van de Evangelische Broedergemeenschap, moslim en hindoe, zo bijzonder om met zoveel verschillende geloven en achtergronden zo vredig aan één tafel te zitten!
We lezen samen het verhaal van Divali: Lang geleden leefde prins Rama. Hij had een vrouw die Sita heette. Sita werd ontvoerd door een boze koning. Dat was koning Ravana. Rama vocht met zijn leger tegen Ravana. Rama won. Toen kon Sita weer naar huis toe gaan. De mensen staken olielampjes aan langs de weg. Rama en Sita konden daardoor de weg naar huis vinden. Op Divali denken mensen aan het oude verhaal over Rama en Sita. Voor veel mensen gaat Divali over de overwinning van het goede (het licht) op het kwade (het donker). Divali is een festival van geluk, helderheid, pracht en vreugde. Hindoes wensen iedereen veel geluk door te zeggen: ‘Subh Divali!’
We zingen samen ‘This little light of mine’ en het lied ‘Divali’ van Jeroen Schipper met de tekst: ‘Light light light, Light a little light, In the darkest time of the year, Light light light, Such a lovely sight, Divali is here! When the nights are dark, And the days look grey, Light a little light and see, How your light can Frighten the dark away, Di-va-divali!’
We vragen de bewoners wat de lichtpuntjes zijn in hun leven.
Mw. G.: “Er zijn een heleboel lichtpuntjes, te veel om op te noemen!”
Mw. W.: “Het komt vanzelf op het moment dat je het niet verwacht.”
Mw. H.: “Als je je niet lekker voelt en je knapt een beetje op, dan voel je je weer lekker, dat zijn lichtpuntjes.”
Mw. G.: “Als je ’s morgens uit je bed komt en je voelt je goed, lekker uitgerust, je hoofd is leeg, ik begin de dag goed, wat er verder van komt, zien we dan wel weer.”
Mw. V.: “Alles staat erop en van daaruit gaan.”