Soms kan het gebeuren dat een bewoner die vele ontmoetingsgroepen lang in zichzelf verzonken lijkt en nauwelijks taal meer lijkt te hebben, zich in de groep thuis begint te voelen en iets begint te vertellen. Of is het het thema? We hebben het over honden. Dierbare huisdieren roepen vaak veel op …
Had meneer B. honden?
Meneer B: “Nee.”
Niet nodig?
Meneer B: “Nee.”
Want altijd aan het werk?
Meneer B: “Ja.”
Hadden uw ouders honden?
Meneer B: “Ja. Paramaribo.”
Hadden uw ouders een groot erf?
Meneer B: “Ja.”
Hoeveel honden?
Meneer B: “Twee.”
Hoe heetten ze?
Meneer B: “Dorus en Bruta.”
En als we even later één van de lievelingsliederen van de groep zingen, het lied ‘Que sera’, zingt meneer B voor het eerst het refrein een beetje mee.