Tijdens de ontmoetingsgroepen en muziektherapie bespreken we ook wat de ziekte dementie met de bewoners doet.
“Je vergeet, ondanks dat je niet wil.”
“Alles is weggezakt. Jammer genoeg.”
“Ik heb aan weglopen gedacht, maar dat heeft ook geen zin.”
“Als je dementie hebt moet je veel lachen. Heb ik zelf verzonnen, maar is echt waar.”
“Ik voel alsof ik hier op visite ben en niet thuis, maar voel me wel op mijn gemak. Ik ben blij dat ik hier welkom ben. Ik weet niet hoe ik me hier thuis moet voelen. Het is net alsof ik een vreemde hier ben. Maar voel me wel op mijn gemak. Ik voel me wel thuis hier. Ik weet niet hoe ik hier terecht ben gekomen, alsof ik in een andere groep thuis hoorde. Voel me wel thuis bij jullie hoor.”
“Ik heb een slag van de hersenen. Ik heb teveel van werk gewerkt. Als het een dag beter kan, dan is het heel fijn voor mij.”
“Als ik hier lang blijf ga ik dood. Ik voel alleen maar duisternis.”
“Beetje geduld heb ik niet.”
“Vergeten doen we ook omdat we eigenlijk te druk zijn. Zeg ik wijze woorden? Nee, ik ben maar een domme vrouw.”
“Ik vind een heleboel dingen niet meer die ik wel moet vinden. Dan denk ik: ‘Oh Rietje wat stom, waar zal ik het vinden in huis.’ Komt wel weer in mijn gedachten, maar vandaag niet. Vandaag denk ik aan andere dingen. Aan mijn man en ouders. Hoe stom kan dat zijn dat een mens zomaar alles vergeet. Het ene en het andere. Je leeft in een andere buurt, dat is waar, maar dan moeten wel de gegevens gelijk blijven. Neven en nichten, potverdikkie..oom en tante die waren toch ook altiid leuk..nou ja leuk toch wel aardig.