Ga naar de inhoud

Juweeltje over A.I.

Juweeltje blauw

Vandaag een Juweeltje over de inzet van A.I. tijdens de ontmoetingsgroep. Na een lied komt een herinnering naar boven bij mw. B. Een herinnering aan liederen die bij ons geen belletje doen rinkelen. Maar A.I. van Google helpt om de liederen te vinden die haar moeder altijd zong.

We zingen het lied: ‘Que Sera’. Mw. B. zingt met een glimlach mee:

“Ik leerde ze van mijn moeder…Tja, ze was over de 100. Ze zong het liefst liedjes over het graf. Zusters gingen dood en zo, maar heel mooi. Mijn vier zusters zongen ook mee. Waren ook programma’s waar de dood in voorkwam, maar ook andere hoor. Zoals Wim Sonneveld.”

Weet mw. B. nog welk lied haar moeder zong?

Mw. B. bedachtzaam: “Ik heb er klanken van in mijn hoofd. Zusters op een kerkhof en zusters die gedag gingen zingen… Mijn moeder zong het al…”

We tikken een paar zoektermen in en komt bij twee liederen: ‘Aan de muur van het kerkhof’ en ‘Achter in het stille klooster.’

Mw. B. enthousiast: “Ja, dat was het!”

De andere bewoners zingen ook stralend de complete liederen mee (die wij allebei nog nooit hadden gehoord) en knikken ontroerd.

Mw. C. peizend: “Ik heb niet zoveel met het geloof. Ja, onze kinderen hebben we nog wel laten dopen hoor… In de kerk op de Keizersgracht. Daar zijn we ook getrouwd. Mijn man werkte bij zijn zwager in de groentezaak. Mijn vader had drie zaken, waaronder één op de Weteringschans. Dan kwam hij af en toe bij ons in de winkel wat ruilen. We waren 15 en 18 jaar toen we elkaar ontmoeten. Eén klein valletje en hij was dood, twee weken geleden. Maar we hadden al vaak over de dood gepraat hoor, we waren voorbereid. Er was niks wat nog gezegd moest worden. Maar na 62 jaar…”

Mw. B. is nog met haar gedachten bij het lied: “Er openden zich nieuwe werelden en er kwamen nieuwe liederen. Mijn opa had een klein boerderijtje, moest voor een habbekrats op het land werken. Maar mijn moeder was een ondernemende vrouw en ging naar Amsterdam. Ze ging in dienst in een groot huis, als tweede meid heette dat. En toen ontmoette ze mijn vader bij het Vondelpark. In de keuken waar ze werkte ontmoette hij haar. Hij was smid en werkte mee aan de hekken om het Vondelpark. Kreeg hij koffie in de keuken van mijn moeder. Werden ze verliefd op elkaar. Later werkte hij bij de Amsterdamse… hoe heet dat ook alweer… hij maakte de lantaarnpalen, onder andere bij de Overtoom en de P.C. Hooftstraat en in Zuid, de mooie straten en parkjes. Ze staan er nog.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *