Het Belevingsconcert deze maand gaf weer prachtige Juweeltjes
(Weet je dat we een Training Belevingsconcert geven? Mail me voor meer informatie)
Meneer K, glimlachend: “Dat is geen aanwinst.”
Mevrouw S.: reageert met tranen en ontroering op het welkomstliedje.
M. ziet hoe mevrouw V. op het welkomstliedje reageert: “Ze straalt er gelijk van. Ongelofelijk.”
T. komt wat later binnen. Meneer K.: “Hebben we een gastzangeres?”
We zingen: “In ’t groene woud.”
Mevrouw J.: “Dat is toch prima?” en houdt Irene daarbij het programmaboekje voor.
Het is lekker weer buiten, we zouden wel een ijsje van Van de Linden willen, de naam van de beroemde ijssalon op de Nieuwendijk.
Meneer K: “Ze stonden wel in de rij. Dat je beter effe een Nieuwendijkie kon pakken. Van der Linden was zó bekend. En voor de gewone man: Jamin. Straks hebben we geen gewone mannen meer en vrouwen. daar was ook dus voor de C&A een blinde man met zijn hond, maar zijn zoon ging met het centenbakkie.”
Mevrouw S., met nadruk: “Ja!”
Meneer K., wijzend naar Paula’s schriftje: “Staat mijn verhaaltje er nog in? Ik leef nog!”
We zingen “The Rose.” Klonk dat een beetje? Het regent complimentjes:
M.: “Ik vond het keurig!”
Mevrouw J.: “Het is goed met jullie!”
We zingen “Knaapje zag een roosje staan.”
Mevrouw J.: “Ik bedoel maar!”
We zingen “Teran boelan”.
M.: “Moeilijk taaltje.”
S.: “Dankjewel, dankjewel. Heel mooi.”
We gaan zingen: “Hoe zachtkens glijdt ons bootje.”
Mevrouw J.: “Kom op!”
Meneer K.: “Sterke tekst! Het is gewoon een wankel bootje, dan komt de wind en dan komen de golven – tudu, tudu (hij maakt golfgeluiden en met zijn armen en handen de beweging van de golven).
Mevrouw J. leest met grote rust een aandacht het gedicht, waarin de woorden “elke dag ergens een kind brengen” voor komen.
K.: “Dat is een raar lied, elke dag ergens een kind brengen.”
Meneer K., reagerend op K.: “Ik sta met mijn mond open.”
Mevrouw J. (over al die kinderen) : “Dat is druk……”
M.: “Sommige mensen kunnen dat aan.”
Mevrouw J.: “…..in Groningen, in Limburg…….”
We zingen: “Ik houd van Holland”
- beweegt met haar hele lichaam op de maat mee, al knikkend en glimlachend.
Meneer K.: “Heel mooi!”
We zingen tot slot het lied van de Ierse zegen. Vond iedereen dat mooi?
Mevrouw J.: “Absoluut. Dat stukkie (ze wijst op de Nederlandse vertaling). Nou, dat is mooi, hè? Absoluut!”
Meneer K. (die veel van de liederen meezong, over zingen): “Op school. En kerkkoor. Dat is heel lang geleden, nu ben ik 79. En mijn stem is ook niet meer zo….. Zijn samenvatting van het belevingsconcert: We hebben weer een beetje cultuur opgenomen.”