Ga naar de inhoud

Belevingsconcert Juweeltje

Juweeltje oranje

Elke maand blijven de Belevingsconcerten een feestje om te doen. Zeker als de liederen prachtige uitspraken oproepen.

Mw. V. geniet van de muziek: “Heel mooi. Mooi gezongen. Maar wat hebben die mensen er nou aan. Want ze weten het niet. En je zingt je dingen graag, want dat doe ik nog ook wel eens een enkele keer. Dat doe ik ook nog wel eens: zingen. Jemig, je zingt wel eens meer een liedje en weet ik wat. Want dat hoort er allemaal bij, zo’n liedje. Dan heeft ze het nog altijd in haar hoofd. En dan weet ze het weer.”

We zingen ‘Luna cu solo’

Dhr. R., waarschijnlijk het Spaans herkennend: doet meteen zijn ogen open en reageert met een glimlach.

Mw. V.: “Dat zijn van die dingen. En die moet je pakken. Want je bent het altijd kwijt. Dan ga je wel eens zingen, wat je thuis altijd zong – en dan zit er toch een diepere betekenis bij.

We zingen de Nederlandse vertaling van Somewhere over the rainbow. Het raakt mw. V.

Mw. V.: “Mooie kleine liederen. En ze zingen ze helemaal af. Goed. Want dat hebben ze nooit vergeten in hun hoofd. Want dat hebben ze geleerd op hun schooltje. Een klein schooltje. En ze vergeten het niet, want het blijft liggen in hun hoofd. Want dat hebben ze thuis liggen. En dat wil je hebben en dat wil je houden. En dat blijft in je hoofd zitten.

Die liedjes houd je altijd in je hoofd. Dat blijft in je hoofd zitten. Van: God, dat was zo leuk. Of: mijn moeder zong dat zo leuk. Dat zijn liedjes die je altijd hebt. Ja, klopt!”

We zingen ‘Kum ba yah’

Dhr. S.: opent zijn ogen, glimlacht.

Dhr. R.: idem. Hij geeft met klanken en gebaren aan dat hij het graag sneller wil, dus Irene speelt de melodie sneller.

Mw. V. luistert met aandacht, er komt een liedje bij haar boven:

“O, mijn lieve zwartkop

voel d’r eens hoe mijn hart klopt.

(glimlachend) Van die lullige praatjes. Dat hebben ze gedaan. Want dat gingen ze allemaal zingen. Die soort dingen, die hebben ze allemaal in hun hoofd. En dan gaan ze ze allemaal zingen. Niet mooi, niet lelijk, we hadden gewoon liedjes. (zingt opnieuw):     O, mijn lieve zwartkop

                              voel d’r eens hoe mijn hart klopt.

                              O, mijn lieve krullenbol

                              je maakt mijn hele hart op hol.

                              O, mijn lieve blonde,

                              zoenen is geen zonde,

                              zoenen is geen meisjeskwaad

                              als het maar in het donker gaat.

Doe je thuis altijd en dan zeggen ze : ‘Zingt ze weer dat liedje.’ Dat waren van die soorten liedjes.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *