We geven het Belevingsconcert, vanwege de hitte, heerlijk in de schaduw onder de parasol in de tuin.
Meneer V. laat Storm zijn ijsbekertjes uitlikken, met een brede glimlach: “Lekker happie! Dan ga je toch lekker zitten? Ja, ik zit. Ik vond die hond leuk!” (Noortje maakt foto’s) Op de foto? (glimlachend) Kwaad kan het niet. Ik vind dit zo lekker!”
Meneer K. moet door Storm aan zijn eigen hond denken: “Tabor. Die is er niet meer.”
We zingen iedereen toe met het welkomstliedje.
Meneer S., met een breed armgebaar: “Allemaal!” Hij doet met gebaren alsof hij gitaar speelt, glimlacht en begeleidt het welkomstliedje met het zingen van een eigen Spaans lied. Lief, vinden wij.
Mevrouw D., lachend: “Nou…..lief……”
Meneer V.: “Ik zit zo lekker. Komt ie weer (wijzend naar Storm).”
We zingen ‘Wordt wakker, het zonnetje is al op’
Mevrouw D. “Hoe laat is het? We zijn toch al wakker?”
Meneer V.: lacht
Dhr M.: “Ik dacht: we hebben toch ons eigen lied, dat we steeds dat lied zongen.”
We zingen ‘Droomland’.
Mevrouw D.: “Waar is dat? Daar wil ik naar toe! (en, glimlachend wijzend naar meneer S., die wat weg is gedommeld) Nou, die zit ver in droomland!”
We zingen ‘Rond en rond’.
Dhr. M., reagerend op de laatste zin van het lied: “Dat vind ik een hele sterke zin!”
We zingen: ‘Mama na sribi krosi’. Over de liefde van onze moeders (en vaders).
Meneer V.: “Dat vind ik knap!”
Mevrouw D.: “Ik had een mooie, liefdevolle moeder, een schitterend mens.”
Mevrouw L., glimlachend, over meneer S.: “Hij zingt hard: als hij slaapt.”
Noortje is ondertussen bezig de bloemen te besproeien.
Mevrouw D.: “Kom hier met die slang. Dan trek ik mijn jurk uit!”
Irene en Eline stappen op.
Mevrouw D.: “Dag kind, voorzichtig!”
Meneer V., glimlachend: “Je zit zo in de loop.”