Dodenherdenking en Bevrijdingsdag, 4 en 5 mei. Het blijft belangrijk om erover te praten. Zo kunnen herinneringen worden gedeeld die eerder te pijnlijk waren om ze onder woorden te brengen. Dit gesprek ontstond naar aanleiding van het lied Que sera.
Eline vertelt dat ze zich, net als de zangeres in het lied, weleens zorgen maakt over de toekomst. Maakte mw. V. zich wel eens zorgen over de toekomst?
“Nee, ik maakte me geen zorgen. Had de WO II mee gemaakt. Was allang blij met alles wat er was. Ik zat in het Wieringermeer. Was 8 jaar.
Was niet normaal, alle soldaten door de straten. Erge tijden hoor. Je wist het niet precies, maar was wel heel erg hoor. Hoop dat jullie het niet meemaken.
Dat het vrede blijft.
Teveel plaatsten waar het geen vrede is. Onbegrijpelijk hè.”
We zingen het verzetslied: ‘De gedachten zijn vrij’. De bewoners knikken instemmend en zingen het mee.
Het is volgende week 4 en 5 mei, houdt het u dan meer bezig?
“Ja, rond 4 en 5 mei houdt het me meer bezig. Toch wel. Is toch wel iets bijzonders (raakt zichtbaar ontroerd).
Heb als kind het elk jaar opnieuw mee gemaakt. Elk jaar opnieuw…verdwijnt niet. Was te erg, te fel. Al die kinderen die weg moesten…
Overal in wagens, die werden getransporteerd… Ze hebben dat mee gemaakt, verschrikkelijk. Gelukkig is het over. Dat moet zo blijven.
Mijn tweede man zat in het Jappenkamp. Was ook vreselijk. Mijn schoonmoeder vertelde daar weleens over. Hij wilde het liever dempen. Deed pijn hè. Nog doet het pijn.
Waren ook heel veel Duitsers en Japanners die het er niet mee eens waren, maar die moesten oppassen, anders ging hun strot eraf.”
We zingen het verzetslied uit de Jappenkampen: ‘Zonnetje gaat van ons scheiden’. (Het lied stond toen symbool voor de rode zon van de Japanse vlag en het vertrek van de Japanners.) De bewoners zingen zachtjes mee.
We zingen als afsluiting het lied ‘Als op het Leidse plein’.
Mw. V. knikt. “Ja, dat was toen een sprookje”